FAQ
Kan onze vereniging in het eenheidsmodel haar huidige naam behouden?
Zeker wel. De identiteit en de herkenbaarheid van de huidige verenigingen is ook in het toekomstige organisatiemodel een absolute voorwaarde. Het is immers belangrijk dat jullie vereniging ook in de nieuwe eenheidsorganisatie herkenbaar is voor zowel de jullie specifieke achterban als voor de andere partijen waarmee jullie samenwerken.
Jullie vereniging kan ervoor kiezen om in de nieuwe eenheidsorganisatie een afdeling of platform te worden. Om de naam van jullie vereniging toch herkenbaar te houden zijn verschillende mogelijkheden denkbaar.
Zo zou de naamgeving van de afdeling of het platform een combinatie van jullie huidige naam en de nieuwe AVVV kunnen zijn. Bijvoorbeeld AVVV-LVW. Maar ook een herkenbaar AVVV-wijkverpleegkundigen is denkbaar.
Ook moet het mogelijk zijn om het logo van de vereniging in de toekomst te blijven gebruiken, waarschijnlijk ook in combinatie met het AVVV-logo (of een geheel nieuw ontworpen logo).
Herkenbaarheid van de huidige verenigingen zal an ook nadrukkelijk worden meegenomen bij het ontwerpen van het nieuwe organisatiemodel. Terug
Onze vereniging heeft een aantal sponsoren. Wij willen deze sponsorrelaties in de toekomst graag behouden. Hoe kan dat?
Het is uiteraard belangrijk dat de sponsorrelaties van jullie vereniging in de toekomst gewaarborgd blijven. Zo kun je er als vereniging voor kiezen om in de nieuwe situatie een stichting in het leven te roepen waar je de sponsorgelden onderbrengt.
Als afdeling of platform kun je deze gelden aanwenden voor jouw specifieke achterban of voor gerichte activiteiten op jullie vakgebied.
Wat betekent de nieuwe eenheidsorganisatie voor de leden van mijn vereniging?
In de nieuwe eenheidsorganisatie worden de leden van jullie vereniging lid van de AVVV. Als jullie vereniging besluit om in de eenheidsorganisatie een afdeling te worden dan worden de leden ook lid van deze afdeling.
Afhankelijk van de omvang van het aantal specifieke activiteiten dat jullie afdeling wil ontplooien, betalen de leden een aanvullende contributie voor de afdeling. Terug
Gaat de contributie voor onze leden omhoog als zij lid worden van de AVVV?
Op dit moment is er nog geen besluit genomen over de hoogte van de contributie in de nieuwe organisatie. Een speerpunt voor de nieuwe AVVV is het binden van zoveel mogelijk verpleegkundigen en verzorgenden.
Om dat te realiseren mag de hoogte van de contributie uiteraard niet veel afwijken van de gemiddelde contributiehoogte van lidorganisaties.
Maar niet alleen de hoogte van de contributie is van belang. We zullen vooral veel aandacht moeten besteden aan wat leden voor die contributie terugkrijgen.
Simpel gezegd moet het voordeel dat het lidmaatschap oplevert zwaarder wegen dan het ‘nadeel’ van de contributie. Daarom zullen we veel aandacht moeten besteden aan de ontwikkeling van een aantrekkelijk pakket van beroepsinhoud, service en diensten.
De subsidie die de AVVV van het Ministerie van VWS ontvangt wordt de komende jaren afgebouwd. Is dit een belangrijke reden voor de wijziging van het verenigingsmodel?
De dreigende afname van de subsidie is één van de redenen waarom het toekomsttraject is ingezet. Toch is het allerminst de hoofdreden geweest voor het bestuur.
De noodzaak om de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen op een krachtige en slagvaardige manier te positioneren en de zorgwekkend lage organisatiegraad wegen veel zwaarder. Het motief van de subsidieafname bepaalt wel urgentie waarmee de toekomststrategie is ingezet.
Stormt het bestuur niet vooringenomen af op het eenheidsmodel, terwijl het bestaande koepelmodel misschien alle problemen op kan lossen wanneer het wordt aangepast?
Zeker niet. Het bestuur was juist in het begin van plan om het huidige, hybride koepelmodel te optimaliseren. Zo is er zelfs in het begin nadrukkelijk gedacht aan dubbellidmaatschappen en gedeelde servicepakketten.
Pas gaande de discussie, én door input van externe deskundigen, constateerde het bestuur dat aan het koepelmodel, ook in de meest optimale vorm, te veel nadelen kleven. Nadelen die voor het merendeel kunnen worden weggenomen in het eenheidsmodel.
Welke nadelen kleven er aan het koepelmodel?
We noemen enkele nadelen:
Bestuurslast: in het koepelmodel zijn er naast het bestuur van de koepel ook 54 besturen van lidorganisaties. Deze 55 besturen hebben diverse formele verplichtingen zoals het schrijven van het jaarverslag en/of jaarrekening en het organiseren van ALV’s.
Daarnaast moeten de besturen het eigen verenigingsapparaat in stand houden en vrijwiligers vinden die verenigingstaken willen uitvoeren. De bestuurslast in het koepelmodel is dus groot en kost veel tijd. Tijd die ten kosten gaat van inhoudelijke activiteiten.
Beperkte strategische invloed: De leden van de AVV zijn autonoom om invloed uit te oefenen op politieke processen. Gevolg is wel een fragmentatie van inspanningen die tot gevolg heeft de invloed van de beroepsgroepen op het strategische beleid in de gezondheidszorg gering is.
Lage organisatiegraad: Individuele verpleegkundigen en verzorgenden kunnen nog geen lid worden van de AVVV maar alleen van de lidorganisaties van de AVVV. Eén grote beroepsorganisatie voor verpleegkundigen en verzorgenden ontbreekt dus.
Ook werken de lidorganisaties in het huidige model niet genoeg samen om collectief een aantrekkelijk pakket van beroepsinhoud, service en diensten aan te bieden. Hierin ligt naar onze mening een verklaring voor de lage organisatiegraad (12%) van onze collega’s.
Modellen gaan uit van een vereenvoudigde visie op de werkelijkheid. Zit er niet een enorme kloof tussen die modellen en de werkelijkheid?
Modellen zijn middelen die helpen om op een gestructureerde manier naar de werkelijkheid te kijken. Maar een model is altijd een vereenvoudiging van die werkelijkheid, hoe je het ook wendt of keert. Daarom is het belangrijk dat we de modellen blijven zien als hulpmiddelen die ons helpen bij het maken van strategische keuzes voor de toekomst.
Tegelijkertijd zullen we er met elkaar voor moeten zorgen dat de concrete inrichting van ons nieuwe organisatiemodel zo veel mogelijk recht doet aan de complexe werkelijkheid waarin wij ons als beroepsverenigingen van verzorgenden en verpleegkundigen bevinden.
Communiceert de AVVV wel voldoende over de toekomststrategie met haar lidorganisaties?
We doen ons uiterste best om regelmatig, maar vooral ook interactief met de lidorganisaties te communiceren. We informeren lidorganisaties daarom niet alleen via digitale nieuwbrieven, maar organiseren ook interactie tijdens informatieavonden, op algemene ledenvergaderingen en voorzittersconferenties.
Ook hebben we discussiebijeenkomsten georganiseerd voor de besturen van de lidverenigingen. Daarnaast onderhouden we veel contacten met voorzitters en bestuursleden van lidverenigingen en proberen we zo veel mogelijk besturen persoonlijk te spreken.
Sinds enkele weken hebben we nu ook een website waarop alle belangrijke informatie op een overzichtelijke manier is te vinden. Wie hieraan behoefte heeft kan ook een papieren versie opvragen bij het secretariaat van de AVVV.
We hopen dus dat we voldoende communiceren. Maar doen we in jouw ogen te weinig, laat het ons dan weten.
Hoe blijf ik in de toekomst op de hoogte van de verdere ontwikkelingen rond de toekomststrategie?
Voor besturen van lidorganisaties is er de digitale nieuwsbrief die aan alle lidorganisaties wordt toegezonden. Ook zijn de lidorganisaties betrokken via de stuurgroep en de begeleidingscommissie van het traject.
Nieuwe informatie is ook steeds te vinden op deze website. En wanneer je mondeling bijgepraat wilt worden, dan kan dat ook. Je kunt via het secretariaat van de AVVV vragen of Tom Oostrom of Bas Vogel contact met je op willen nemen. Zowel Tom als Bas zijn nauw bij het project betrokken en zijn op de hoogte van de laatste stand van zaken.
Hoe vindt de communicatie plaats naar de individuele leden?
Dat weten we nog niet precies, omdat veel zal afhangen van het besluit van de ALV op 21 april 2005. Pas wanneer de ALV besluit om het AVVV-bestuur te vragen om het eenheidsmodel verder uit te werken, zal een uitvoerig communicatietraject naar de individuele leden van de lidorganisaties moeten worden gestart.
De individuele leden zullen hun bestuur immers toestemming moeten geven om in december ‘in te stappen’ in het nieuwe organisatiemodel.
Primair is de communicatie naar de individuele leden – nu nog – een verantwoordelijkheid van de besturen van de lidorganisaties. Maar het bureau van de AVVV wil hierbij veel ondersteuning aanbieden. Terug